Remschijven meetautomatisering met elektronische meettechnologie
De automaten van de remschijven zijn in de basis ontworpen voor verschillende varianten van remschijven. De aanpassing vindt plaats via een aantal uitwisselbare eenheden: meetelementen met elektronische meettasters, die kunnen worden aangepast aan de verschillende meetposities en een elektrisch verstelbare band. De operator wijzigt de meetautomatisering in het retrofitplan en na kalibratie kan een nieuwe remschijf worden gemeten.
De remschijf wordt afgezet op de invoerband van het vorige station. Na vrijgave wordt het component in de DMC-code lees / draai-eenheid ingevoerd en gestopt. Hier wordt de remschijf opgetild, de DMC-code gelezen en opnieuw 180 ° op de riem opgelegd. Na transport en stoppen in de meetinrichting wordt de remschijf door de roterende hefinrichting in de meetpositie opgetild, wordt de temperatuursensor afgegeven en wordt de meetwagen in de meetpositie naar voren bewogen. De componenttemperatuur wordt gemeten en na het terugtrekken wordt de draaiaandrijving gestart en worden de meetelementen in positie gebracht. De dynamische meting vindt plaats en na de berekening worden de meetresultaten op het scherm weergegeven en opgeslagen op de computer. De roterende aandrijving wordt gestopt en alle meeteenheden worden gereset nadat de band is afgezet. Bij een n.i.O. Meting, zal een tweede meting worden uitgevoerd. Na het meetresultaat wordt de remschijf naar het volgende station verplaatst en draait & wordt n.i.O. gemarkeerd. Bij een n.i.O. meting die is gemarkeerd wordt deze via een n.i.O. band verwijderd. Bij een i.O. meting wordt 180 ° teruggedraaid en doorgestuurd naar het volgende station voor overdracht.
De kalibratie gebeurt automatisch via de instelmaster. De kalibratietijd kan vrij worden ingesteld in de software, na het verzoek wordt de instelmaster naar de overdrachtspositie verplaatst en overgenomen door de roterende hefinrichting. De kalibratiecyclus wordt automatisch uitgevoerd zoals beschreven onder Meten.