Motorblok/Cilindervoering inpers- meting

Motorblok/Cilindervoering inpers- meetautomaat

Deze cilindervoering inpers automatisering is ontworpen voor de automatische detectie van verschillende carters voor het indrukken in de verschillende voeringen. De verschillende carters komen ongesorteerd over het spoor van het vorige station. Bij het inlopen wordt de DMC-code gelezen, wordt het reeksprogramma geselecteerd en worden de carters automatisch gestopt en op een bepaald punt neergelaten. De gecombineerde meet- en verbindingsmeetkop wordt over de bus geplaatst en in de verbindingspositie neergelaten totdat deze tot rust komt. De steunblokken om randdoorbraken te voorkomen worden geleverd en het krachtbewaakte verbindingsproces wordt uitgevoerd. De statische meting vindt plaats en het tussenresultaat wordt opgeslagen. Dit proces wordt op de andere posities uitgevoerd en na de laatste positie vindt de eindecontrole plaats. De meetresultaten worden op het scherm weergegeven en voor verdere verwerking naar de interface verzonden. De eenheden gaan in de rustpositie en het carter wordt weer omhoog gebracht en naar het volgende station getransporteerd.
De kalibratie wordt automatisch uitgevoerd door een minder-master in de ruststand van de meetkop en kan in de tussentijd worden uitgevoerd.

Cilinderblok Meetautomatisering voor cilinderboring
Deze automatisering van cilinderblokken is geïntegreerd in de productielijn van de klant en communiceert via de interfaces met de procesbesturing op een hoger niveau. Het cilinderblok wordt op de aanvoerband gesplitst, gestopt en de componentgegevens worden ingelezen via een DMC-camera. Na verder transport onder de meetpositie wordt het cilinderblok uitgegraven, uitgelijnd via indexbouten en in de meetpositie gespannen. De meetlucht is ingeschakeld, de componenttemperatuur wordt gemeten en de meetprocedure wordt gestart. Tegelijkertijd worden 2 cilinderboringen (1 & 3) gemeten in verschillende meetposities en na een compressie van de meeteenheid worden de verdere cilinderboringen (2 & 4) gemeten. De meeteenheid beweegt naar de rustpositie, de meetlucht wordt uitgeschakeld en het component wordt neergelaten. Na de individuele statische metingen vindt de eindevaluatie plaats. De meetresultaten worden op het scherm weergegeven en voor verdere verwerking naar de interface verzonden. Bij een n.i.O. De meting wordt uitgevoerd een tweede meting en na een i.O. Meting wordt het cilinderblok naar het volgende station getransporteerd of gelost.
De kalibratie wordt automatisch uitgevoerd via twee instelmasters MEDIUM in de ruststand van de meetkoppen en kan in rusttijd worden uitgevoerd.